Wapenschild en vlag
Bij gemeenteraadsbesluit van 1987-06-01 werd het wapenschild en
vlag van de gemeente As vastgesteld en bekrachtigd bij Ministerieel
Besluit van 13 oktober 1987.
De beschrijving van het wapen luidt als volgt:
" In zilver een geplante boom van sinopel, vergezeld links van
een hert van keel klimmend tegen de stam. Het schild geplaatst voor
een Sint-Amor houdende in de rechterhand een pelgrimsstaf en op de
linkerhand een kerk, het geheel van goud."
As en Niel in het verleden
De gemeente As, sedert 1971 een fusie van de twee Kempense
dorpen As en Niel-bij-As, is gelegen op het Kempens plateau, in het
midden tussen de Demer- en de Maasvallei en daarbij op de
waterscheiding (Waterschei) van het Schelde- en Maasstroomgebied.
Beide dorpen zijn ontstaan als nederzettingen langs de Bosbeek of
Oeter, een kleine Kempense rivier die haar bronnen heeft in het
Asserse Wildbroek en nabij Maaseik uitmondt in de Maas.
De ligging van de
nederzettingen nabij een waterloop in deze droge streek gaf de
dorpen ook hun naam:
"As" is een prehistorische waternaam ("ASKA")
waarmee men eerst de Bosbeek aanduidde en later het dorp zelf:
"Assche, Asghe, Asch, As".
De naam "Niel" komt van het middelnederlandse woord
"NIEL" dat "voorover" betekent
Een afgeleide hiervan is bijvoorbeeld "vernielen" in de
oorspronkelijke betekenis van "neergooien".
"Niel" is alzo de laagte van de Bosbeek-vallei die hier
diep in het Plateau is ingesneden.
Archeologische vondsten wijzen op een vroege prehistorische
bewoning. Zo zijn er verspreide vondsten van gebruiksvoorwerpen uit
silex, daterend uit de jongste steentijd. Pas vanaf 500 voor
Christus is de streek met zekerheid bewoond:
een grafveld in de heide tussen Genk en As bewijst dit. De
geschiedenis begint met de Romeinen die de weg van Tongeren naar
Venlo aanleggen via Munsterbilzen en As.
De huidige Zandstraat, de Bevrijdingslaan en de weg naar Niel en
Dorne volgen de loop van deze oude weg.
De Romeinen hebben zich hier echter niet gevestigd; er zijn geen
nederzettingen en villae: de streek is onvruchtbaar (zandgronden)
en de Kempen wordt hierdoor niet geromaniseerd.
Na de val van Rome trekken de Franken onze gewesten binnen en
vestigen zich ondermeer in As. De Merovingische begraafplaats op de
Schuttenberg wijst zelfs op een belangrijk dorp in de jaren 500 -
700.
Vanaf de achtste eeuw neemt de kerstening van de Kempen een aanvang
en wordt te As een eerste kerkje gebouwd op de plaats van de
huidige St. Aldegondiskerk.
De kerk van As wordt een eerste maal vernoemd in een oorkonde van
1140 waarin Otbert, Prinsbisschop van Luik, aan de abdij van Rolduc
bericht over inkomsten uit de kerken van Riemst, Genk, As en
Gellik.
Niel daarentegen, dat eeuwenlang afhing van het Maaslandse Dilsen,
wordt een eerste maal vermeld in een charter van 4 juni 1253 waarin
Arnold, graaf van Loon, de Villa van Dilsen met aanhorigheid Niel
in leen krijgt van het kasteel van Stokkem.
Van 16 mei 1299 dateert de benoemingsakte van Arnold van Gellik tot
pastoor van As door de Loonse Graaf.
Later, op 1 december 1303, wordt het patronaat van As toegekend aan
het Stift over een altijddurende erfpacht van de parochie.
De Nielenaren moesten echter nog steeds voor hun religieuze
verplichtingen en erediensten naar Dilsen of het dichterbij gelegen
As, totdat pastoor Bex van Dilsen op 3 januari 1721 Niel tot
zelfstandige parochie maakt. Zijn neef Adam Dellecomminne wordt de
eerste pastoor van Niel.
Vanaf de vroege middeleeuwen moet het oorspronkelijke
eiken-berkenbos steeds meer wijken voor landbouwgronden en
heidevelden.
De tegenwoordige gehuchten, waarvan Oeleinde waarschijnlijk het
oudste is, ontstaan en het dorp ontwikkelt zich tot een
landbouwersgemeenschap totdat in 1901 in As de eerste Kempense
steenkool ontdekt wordt.
Hiermee begint de industrialisatie waarmee echter vooral het
Maasland en Genk hun voordeel deden. Nu is As een residentiële
gemeente temidden van grote heidevelden en bosgebieden op de grens
van Kempen en Maasland, in het oude Land van Loon.